KATWIJK - De voorzieningenrechter in Den Haag heeft vandaag geoordeeld dat het College van B&W van de gemeente Katwijk heeft voorzien in een passend aanbod voor jeugdhulp voor een 14-jarige jongen uit Katwijk. De vordering van zijn ouders om uiterlijk op 1 augustus 2020 te voorzien in een passend en kwalitatief toereikend zorgaanbod, is afgewezen. Dat geldt ook voor de vordering om uiterlijk 1 januari 2021 te voorzien in een duurzame, kleinschalige vervolgplek binnen de gemeente Katwijk.


Vervolgplek te ver weg?

De zoon van eisers heeft ASS en een gedragsstoornis. Hij verbleef tot voor kort op een locatie van De Hoenderloo Groep. Na de sluiting hiervan op 1 augustus 2020 is een vervolgplek op een Intensieve Kleinschalige Behandelgroep in De Glind aangeboden. Volgens de ouders is deze plek niet passend, vooral vanwege de afstand tussen de woonplaats van de ouders en De Glind (ruim 100 kilometer).

Volgens de ouders kunnen zij daardoor niet in voldoende mate bij de behandeling betrokken worden. Hulpverleners adviseren volgens de ouders dat hun zoon op een locatie in (de buurt van) hun woonplaats wordt behandeld.

Passende jeugdhulp op grond van de Jeugdwet

B&W is verplicht op grond van de Jeugdwet passende jeugdhulp te bieden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de plek bij de Glind passende jeugdhulp biedt. Het is zeker wenselijk dat een jeugdige zoveel mogelijk binnen de regio zorg krijgt. De Jeugdwet verplicht B&W echter niet om in alle gevallen jeugdhulp binnen de regio te bieden.

Zeer gespecialiseerde zorg – zoals de zoon van de ouders nodig heeft – kan soms maar op enkele plaatsen binnen het land geboden worden.
De voorzieningenrechter neemt in zijn oordeel ook mee dat B&W bij de inkoop van jeugdhulp aan zijn verplichtingen uit de Jeugdwet voldoet. B&W onderzoekt of het mogelijk is om alsnog passende zorg in de regio te creëren en heeft daarvoor een procesbegeleider aangesteld. B&W komt onder de huidige omstandigheden zijn verplichtingen in voldoende mate na.