KATWIJK - Nabestaanden van mensen die op zee vermist geraakt zijn, krijgen opnieuw de kans om hun DNA af te staan aan rechercheurs van het Coldcaseteam van de politie-eenheid Den Haag. Het Nederlands Forensisch Instituut vergelijkt de verkregen DNA-profielen met DNA-profielen in de DNA-databank Vermiste Personen.


Voor hen die op zee het leven lieten, zijn in de vissersplaatsen Scheveningen en Katwijk monumenten opgericht om hen te herdenken. “De zee geeft, de zee neemt”, zo luidt een eeuwenoud gezegde. De zee bracht via de visserij brood op de plank, maar kostte ook vele vissers het leven.

Sinds een wijziging van de Wet op de lijkbezorging in 2010 wordt standaard DNA-materiaal afgenomen van stoffelijke overschotten van wie de identiteit onbekend is. Dit zijn de zogenoemde Nomen Nescio’s (naam onbekend). Inmiddels is ook van vrijwel alle sinds 1920 aangespoelde Nomen Nescio’s DNA afgenomen en opgenomen in de DNA-databank voor Vermiste Personen. Voor de afname van het materiaal moesten een aantal ongeïdentificeerde stoffelijk overschotten opgegraven - geëxhumeerd - worden.

Zeeslachtoffers
Het Coldcaseteam van de politie-eenheid Den Haag begon in 2014 aan het project “Zeeslachtoffers”, samen met het Landelijk Bureau Vermiste Personen (LBVP). Bij ongeveer honderdvijftig mensen van wie familie niet van zee is teruggekeerd, is wangslijm afgenomen. Dankzij vernieuwde technieken konden tot op heden vier slachtoffers geïdentificeerd worden. De laatste identificatie is van januari 2020, dus zeer recent.

'Inmiddels zijn we zes jaar verder en horen we dat mensen die destijds hun DNA niet hebben afgestaan, dat alsnog graag zouden willen doen', vertelt Peter Driesen van het Coldcaseteam. Reden genoeg om mensen opnieuw de kans te bieden dit te doen. Nabestaanden van mensen die op zee vermist zijn geraakt, kunnen zich via het e-mailadres: coldcase@politie.nl met naam en adres aanmelden voor de deelname. Ze ontvangen dan per post een aanmeldingsformulier met retourenveloppe. Mensen kunnen ook een aanmeldingsformulier met retourenveloppe ophalen bij het Katwijks Museum aan de Voorstraat.

Grootste kans op identificatie
Samen met een DNA-deskundige van het NFI bekijkt het Coldcaseteam de aanmeldingen. 'We zijn op zoek naar mensen die een directe relatie hebben met een zeeslachtoffer. Met DNA van eerstegraads familieleden (ouders, broers/zussen of kinderen) is de kans op identificatie het grootst. De profielen van eerstegraads familieleden worden vergeleken met die van de NN’ers. Het is veel moeilijker om verwantschap aan te tonen met DNA-profielen van nabestaanden die verder van de vermiste persoon af staan. Echter, met de moderne technieken van het NFI is het mogelijk om verwantschap in de mannelijke lijn aan te tonen. Hierdoor kunnen de DNA-profielen van ooms en (achter)neven ook bruikbaar zijn.' Garantie tot succes kan het Coldcaseteam echter niet geven. Naast de vissers richt het project zich ook op andere slachtoffers die niet van de Noordzee of aangrenzend water teruggekomen zijn.

Nabestaanden die in aanmerking komen voor DNA-afname, ontvangen vervolgens een uitnodiging voor een nog niet vastgestelde avond in het Katwijks Museum, waar het Coldcaseteam de DNA-afnames komt doen. Om DNA af te nemen haalt een politiemedewerker een papieren borsteltje langs de binnenkant van de wangen. Dit doet geen pijn. DNA afstaan is kosteloos, wel is legitimatie verplicht. Van het wangslijm wordt een DNA-profiel gemaakt. Dit DNA-profiel wordt vergeleken met de DNA-profielen in de Nederlandse DNA-databank Vermiste Personen en in DNA-databanken van andere landen aan de Noordzee.

De tijd dringt
‘Dat er zeer recent weer een nieuwe identificatie was, is geweldig nieuws’, reageert Izanne de Wit van het LBVP. We bekijken voortdurend een zaak opnieuw, om als nog een match te vinden. Dat loont. Dit laat ook zien dat we achterblijvers op tijd moeten bereiken.